Sanne De Clerck, advocate aan de balie Antwerpen, specialiste strafrecht
2024/01-02
Medio september viel in het oude NAVO-gebouw in Brussel het doek over het negen maanden durende assisenproces waar tien beschuldigden terecht stonden voor de aanslagen die ons land op 22 maart 2016 in Zaventem en Maalbeek opschrikten.
Een proces dat op zijn zachts uitgedrukt een moeilijke start kende door de u ondertussen welkbekende saga van de glazen boxen en de ellelange discussies over de transporten van de beschuldigden van de gevangenis van Haren naar het Justitia gebouw in Evere.
Het zou daarenboven volgens velen een onmogelijke taak worden om voldoende burgers bereid te vinden om maandenlang in een volksjury te zetelen.
Laat staan dat deze juryleden in staat zouden zijn om een deskundig oordeel te vellen in een dergelijk complex en omvangrijk dossier.
Samengevat : de scepsis over het welslagen van dit proces was aan het begin van de rit bijzonder groot.
Zodra het proces echter op dreef was, werd al snel duidelijk dat een rampscenario zich gelukkig niet zou voltrekken.
De Voorzitster wist de aanvankelijke wrevel te ontmijnen. De aandacht van de uitgelote juryleden bleek torenhoog en er werden door hen al snel pertinente vragen gesteld waar menig ‘professional’ van opkeek.
Het proces was tegen de jaarwisseling op kruissnelheid en zou niet meer afwijken van de koers.
Nadat de jury en het Hof in de zomer tweemaal in afzondering waren geweest, werd er op 25 juli 2023 en 15 september 2023 recht gesproken.
De uitspraken over straf en schuld lagen volgens mij voor niemand volledig in de lijn der verwachtingen of der verhoping.
Beschuldigden die de vrijspraak vroegen, werden toch schuldig bevonden. Een beschuldigde waarvoor het Federaal parket de levenslange opsluiting had geëist, kreeg uiteindelijk geen straf opgelegd.
Desalniettemin werd er door geen der partijen een rechtsmiddel tegen de uitgesproken arresten aangewend.
Alle actoren besloten om te berusten in de uitspraak.
Ook voor de publieke opinie die maar al te vaak van zich laat horen (Cfr. bijvoorbeeld de hevige polemiek die ontstond na de uitspraak in de zaak Reuzegom) leek de beslissing van de volksjury verassend makkelijk te verteren.
Deze eendrachtige berusting zette mij aan het denken.
Zouden we ons makkelijker neerleggen bij het oordeel van een volksjury dan bij het besluit van professionele rechters?
Werd de beslissing tot berusting ingegeven door een milde vorm van groepsdenken?
Sinds mensheugenis leven we al in groepen. Het leven in een groep biedt bescherming en zekerheid. Een groep is vaak ook in staat om meer voor elkaar te krijgen dan een individu.
Een volksjury zou een soort van in-group kunnen vormen voor de procespartijen en de publieke opinie waarmee men zich meer verboden voelt en waarop men bijgevolg moeilijker kritiek kan of wil geven. Terwijl beroepsmagistraten voor veel burgers een out-group vormen, de zogenaamde ‘ivoren toren’ waartegen men zich mogelijks makkelijker afzet en afkeert.
Groepsdenken komt voort uit de behoefte aan sociale cohesie.
Sociale cohesie is de mate waarin mensen zich verbonden en verantwoordelijk voelen voor een gezamenlijk doel.
Sta mij toe om die onbewuste drang naar sociale cohesie na een poging om via terrorisme verdeeldheid te zaaien van een ontroerende schoonheid te vinden.
Er zijn uiteraard ook valkuilen aan groepsdenken. De psycholoog Irving Janis introduceerde de term Groupthink in 1971. De keerzijde van groepsdenken bestaat erin dat er mogelijks een overdreven neiging ontstaat om het met elkaar eens te zijn binnen een groep. Iedereen wordt (subtiel) gedwongen de mening van de groep over te nemen. Niet zelden is dat het standpunt van de leider of van de persoon met de luidste stem. De ogen worden gesloten voor belangrijke informatie, alternatieven worden niet ernstig onderzocht en slecht nieuws, met name alles wat het behalen van de gezamenlijke doelen in de weg staat, wordt door de groep collectief genegeerd.
Gelukkig zijn er in het geval van lekenrechtspraak heel wat waarborgen om het risico op een scenario waar unanimiteit de bovenhand zou nemen op diversiteit te vermijden. Elk jurylid dient immers na het gezamenlijk beraad finaal afzonderlijk en anoniem zijn of haar stem uit te brengen.
Het resultaat bleek in het terrorismeproces een breed gedragen beslissing waar vriend en vijand zich in kon vinden.
Naast het groepsgevoel blijkt tevens dat goed geïnformeerde burgers vaak genuanceerder en minder punitief zijn. Mogelijks lag in Brussel het Dunning Kruger-effect ook mee aan de basis van de vlotte berusting. Hoe meer kennis we hebben, hoe meer we ons realiseren dat zaken misschien minder zwart/wit zijn dan vooraf gedacht.
Welingelichte burgers hebben dan ook vaker een positieve houding ten aanzien van uitspraken.
Nu tijdens een assisenproces het onderzoek ten behoeve van de jury volledig moet worden overgedaan ter terechtzitting wordt alles van naadje tot draadje uitgelegd in mensentaal.
Indirect worden zo ook de partijen en het publiek helder over het dossier geïnformeerd.
Juryrechtspreek heeft in zekere zin dus ook een communicatiefunctie nu het proces bedoeld is als een vatbare dialoog die zowel de juryleden, de procespartijen en het publiek wil aanspreken.
Met succes nu iedereen zich in dit proces gehoord heeft gevoeld.
Justitie zou in elke zaak naar deze vatbare dialoog moeten streven.